Commissie Waterveiligheid en Waterketen

Delfland geeft invulling aan de kamerbrief Water en Bodem sturend en reserveert ruimte voor nu en de toekomst om zo voldoende beschermd te zijn tegen overstromingen. Ruimte voor waterkeringen is nodig om de waterveiligheid op het vereiste veiligheidsniveau te houden en risico’s voor bevolking en economie te beperken. De voorliggende uitgangspunten voor het bepalen van de reserveringszones maken dit mogelijk.

Voor het actualiseren van de Waterschapsverordening en de Legger Delfland -onderdeel Delflandsedijk- de volgende uitgangspunten vast te stellen.

1. Er wordt uitgegaan van de nieuwe normering op basis van overstromingskansen;
2. Voor het huidige leggerprofiel wordt zichtjaar 2050 aangehouden;
3. Voor de reserveringszones wordt voor de rivierdijk (dijktraject 14-2 & 14-3) een planperiode van 100 jaar (2125) en voor de zeedijk (dijktraject 14-4) 200 jaar (2225) gehanteerd;
4. Er wordt uitgegaan van een zeespiegelstijging die in lijn is met de hoge uitstootscenario’s (RCP 8.5) zoals gepresenteerd in de KNMI’23-klimaatscenario’s;
5. Er wordt rekening gehouden met een robuustheidstoeslag van 1 cm per jaar;
6. Ruimte aan de rivierzijde behouden;
7. Om windturbines goed te kunnen reguleren wordt een buitenbeschermingszone aan de landzijde geïntroduceerd;
8. Om de regeldruk te verminderen wordt een buitenbeschermingszone rivierzijde geïntroduceerd.

1. Kennis te nemen van het collegebesluit om voornemens te zijn om samen met de andere waterschappen in de Ledenvergadering van de Unie van waterschappen onderstaande besluiten te nemen:

I. Te besluiten dat in 2024 en 2025, grotendeels als onderdeel van de besluitvorming over de financiering voor de lange termijn, besluitvorming plaatsvindt over de volgende onderwerpen die we binnen de alliantie voor het hoogwaterbeschermingsprogramma gaan doen om effectiever en efficiënter te worden:
· Vervolgafspraken over de toepassing en verrekening van de Projectgebonden Eigen Bijdragen.
· Stabielere solidariteitsbijdrage.
· Reële toedeling van risico’s in HWBP-projecten.
· Maatregelen binnen dijkversterkingsprojecten die direct bijdragen aan het halen van de doelen in 2050.
· Wijze van programmeren die tempo van de programmering mogelijk maakt;
· Sturing op programmaniveau.
· Overkoepelend advies over de doelmatigheidsprikkels in het programma.

II. In te stemmen met de intentie om als 21 waterschappen extra financiële middelen voor het HWBP voor de periode 2030-2036 beschikbaar te stellen, waarbij we er op dit moment vanuit gaan dat ca. €1,25 miljard in 7 jaar nodig zal zijn, onder de voorwaarde a) dat het Rijk dezelfde extra financiële bijdrage als de waterschappen levert en b) de onder I genoemde besluiten worden genomen.

De ingekomen stukken worden niet besproken tenzij er (dringende) politieke vragen zijn aan de portefeuillehouder. De deadline voor het stellen van technische vragen is 5 november 9.00 uur. De antwoorden op deze vragen worden uiterlijk vrijdag 8 november gepubliceerd.

De PvdA-fractie heeft aangekondigd politieke vragen te stellen aan de portefeuillehouder over dit stuk.